Boodschappen in een andere taal

boodschappenintalen Marion Berndsen - Column 9

Onlangs stond ik even met een cursiste te praten en vroeg aan haar: “Heb je gelezen over dat onderzoek van die Duitse Professor Ackermann?” “Nee, wie is dat?” vroeg ze. “Nou, die heeft voor een onderzoek mensen in een staat van klinisch dood gebracht. Hij is door dit onderzoek erachter gekomen dat er leven is na de dood.”

Vragen over de liefde, relaties, familie, werk of toekomst?

Chat of bel met erkende en ervaren spirituele coaches. 

Bekijk nu de introductie aanbieding en krijg antwoorden op jouw vragen.

 

Bekijk de aanbieding

 

Kom direct in contact 

liever telefonisch een medium of helderziende bellen ?

Bekijk de live helderzienden of een online waarzegger

 

Ze begon te lachen en zei: “Wonderlijk dat jij dat dan zo mooi vindt. Als er iemand is die weet dat er leven na de dood is, ben jij dat toch wel!” Ik schudde mijn hoofd en zei: “Nee, daar gaat het niet om. Ik vind het gewoon heel mooi dat dit ook weer sceptici aan het denken zet of sommige artsen die er absoluut van overtuigd zijn dat er niets is na de dood.” “Oh, op die manier”, zei ze begrijpend.

Mijn gedachten gingen terug naar een moment tijdens een begrafenis van de moeder van een kennis. Feitelijk praat ik nooit over wat ik doe en zeker niet bij dit soort gelegenheden. Toch moest het kennelijk zo zijn dat iemand mij herkend had en zij met een vriend op me af kwam. “U bent toch dat medium, Marion Berndsen?” “Ja, dat ben ik”, was mijn antwoord en ik stak mijn hand uit. “Mijn partner hier gelooft helemaal niets van wat u doet”, zo sprak de vrouw.  “Dat kan en is wat mij betreft oké, hoor”, zei ik vriendelijk.

De man liet me echter met dit antwoord niet wegkomen. “Heeft u nou zelf niet het gevoel dat u de mensen belazerd?”, was zijn vraag. Op dat moment ging het gesprek me te ver en wilde ik eigenlijk zeggen dat ik dit niet het moment vond voor een dergelijke discussie. Het enige wat ik deed was hem recht in zijn ogen aankijken en ik zei: “Nee, dat gevoel heb ik niet.” Ik legde mijn hand op zijn arm en zei: “Neem me niet kwalijk, ik moet even naar het toilet. Dank u voor de fijne ontmoeting en misschien tot ziens.”

Ik was met mijn aandacht inmiddels weer terug in de cursusruimte. Mijn cursiste vroeg me, terwijl ik thee voor ons inschonk: “Waar denk je aan, Marion?” Ik zei dat ik aan het voorval dacht, iets wat ik zelf had meegemaakt met iemand die niet geloofde in een leven na de dood. “Weet je wat ik zo wonderlijk vind? Ik laat zelf iedereen in zijn of haar waarde, maar waarom kun je – als je er niet in gelooft – niet gewoon beleefd blijven?”, ging ik verder. We keken elkaar aan en haalden onze schouders op als gebaar van wederzijds begrip en ik begon weer met de les.

Zo heb ik ook ooit een programma gezien op de tv, waarbij een psycholoog vertelde dat er trucjes voor waren om de informatie uit iemand te trekken, zonder dat de ander daar erg in heeft. Ik ben daar over na gaan denken. Misschien dat dit gedaan wordt, maar zo werk ik in ieder geval niet. Want hoe kan ik beter bewijzen dat ik in contact ben met een overleden persoon dan woorden in een andere taal over te brengen?

Ik heb een aantal maanden geleden twee meisjes van Turkse afkomst bij me gehad voor een reading. Het ging om hun overleden zusje. Ineens zei ik: “Ik krijg een woord door, wat ik niet herken. Ik denk dat het een naam is… Uzulme?” De meisje keken elkaar en riepen: “Aaaaaaaahhhhhh… Üzülme… Dat betekent: niet verdrietig zijn!”

Ook heb ik pas geleden een reading gegeven aan een vrouw van Tsjechische afkomst. Zij stelde zich voor als Livia. Tijdens de reading hoorde ik dat haar overleden moeder haar Livuška noemde. “Zo noemde mijn moeder me altijd, dat was mijn koosnaampje”, riep ze blij uit. Nu zal een scepticus hier ongetwijfeld een weerwoord op hebben; misschien als dat ik alle talen van de wereld zou spreken?

In ieder geval ben ik blij met het onderzoek van Professor Ackermann!

Meer info over Marion: www.maylight.nl

marionberndsencolun